Verhit een pan met één eetlepel olie. Voeg een middelgrote ui, in blokjes gesneden, samen met 2 groene kardemompeulen, een kwart kaneelstok en 3 kruidnagels. Bak alles al roerend 3 tot 4 minuten, tot de ui glazig wordt. Voeg hierna 2 middelgrote tomaten of een blik gepelde tomaten (zonder het sap) en 15 cashewnoten toe. Laat dit 2 à 3 minuten zachtjes sudderen. Voeg ten slotte 120 ml water toe en laat, met deksel op de pan, verder garen tot de uien en tomaten zacht zijn. Voeg indien nodig extra water toe tijdens het koken.

Laat het mengsel vervolgens afkoelen en pureer alles tot een gladde saus. Zeef daarna de puree om een extra gladde textuur te krijgen en zet apart tot verder gebruik.

Verwarm op een zacht vuur 2 eetlepels olie of boter in een hoge pan. Voeg 1 laurierblad, een kwart kaneelstokje en 2 groene kardemompeulen toe. Zodra de specerijen beginnen te pruttelen, voeg je een halve theelepel geraspte gember of 1,5 theelepel gemberpasta toe. Laat dit 30 tot 60 seconden zachtjes sudderen, zodat de smaken goed vrijkomen. Zet vervolgens het vuur iets lager en voeg de eerder bereide tomaten-ui-puree toe. Roer goed door en voeg vervolgens 1/2 theelepel paprikapoeder, 1/2 theelepel kurkuma, 1 theelepel garam masala, 3/4 theelepel suiker, 1 theelepel korianderpoeder en 1 theelepel zout toe. Meng alles goed en laat het 3 tot 4 minuten zachtjes sudderen zodat de smaken zich vermengen.

Voeg vervolgens 150 ml water toe en roer door. Is de saus te dik, voeg dan nog 50 ml water toe. Zet het deksel op de pan en laat 10 tot 14 minuten zachtjes koken tot de saus dik genoeg is. Neem tot slot 1 theelepel kasuri methi, verkruimel dit tussen je handpalmen en meng het goed door de saus. Voeg eventueel extra zout toe naar smaak. Werk de saus af met 2 tot 3 eetlepels room. De malai saus is nu klaar; zet deze apart om af te koelen.

Kook 4 middelgrote aardappelen tot ze gaar zijn, maar zorg dat ze niet te zacht worden. Laat ze afkoelen, pel ze en prak ze vervolgens met een vork fijn. Meng dit daarna in een kom met 180g geraspte paneer, 2,5 eetlepel maïszetmeel, een halve theelepel geraspte gember, 1,5 theelepel garam masala, een halve theelepel zout en eventueel 1 groene chili naar smaak. Voeg vervolgens 15 fijngehakte cashewnoten en eventueel extra zout naar smaak toe. Meng alle ingrediënten goed door elkaar en rol het mengsel tot kleine, stevige balletjes. Tip: voelt het mengsel te droog aan? Voeg dan tijdens het rollen een beetje water toe om de balletjes steviger te maken.

Frituur tot slot de balletjes in een frituurpan tot ze een mooi glanzend korstje hebben. Laat ze afkoelen en serveer ze vervolgens samen met de saus.